Leden van de Stomavereniging gingen voor de website op de foto. Enkelen van hen vertellen hun verhaal in Vooruitgang. Aflevering 6: voormalig politieagent Rebecca van Haagen. ‘Ik heb nooit moeilijk gedaan over mijn stoma, dat zit denk ik in me. Maar de vraag is wel: hoe open ben je naar wie?’
Veel mensen hebben geen idee wat een stoma precies inhoudt. Dat werd mij wel duidelijk toen ik er een kreeg. Kun je nog plassen?, vroeg iemand. Komt er een buisje uit je buik?, wilde een ander weten. En het belangrijkste misverstand: Hé, jij een stoma? Dat is toch alleen voor oude mensen?
‘Die onwetendheid was voor mij reden om mee te doen aan de fotoshoot voor de website van de Stomavereniging, en nu ook om in Vooruitgang mijn verhaal te vertellen. Ik begrijp die onwetendheid trouwens goed. Hoe moet je erachter komen wat een stoma precies is en hoe het werkt? Dat kan alleen als je informatie hebt, en die informatie moet er wel zijn.’
Aambeien
‘Een persoonlijk verhaal kan inzicht bieden. Voor mij begon dat verhaal in 2016. Ik kreeg buikklachten en had steeds meer last van een veranderend ontlastingspatroon. Soms moest ik wel zeven, acht keer per dag naar het toilet, ook ’s nachts. Bovendien had ik veel pijn en later ook bloedverlies. Dat was natuurlijk slopend, zeker met een gezin en een veeleisende baan. Dus ik ging naar de huisarts, aanvankelijk met de gedachte dat het om aambeien ging.
‘De huisarts stuurde me door naar het ziekenhuis, waar bleek dat ik last had van een fissuur. Dat is een kloofje in je anus waardoor je ontlasting pijnlijk is. Een zalf bleek niet te helpen, dus volgde een behandeling onder narcose. De fissuur werd schoongemaakt, gehecht en ingespoten met botox. Daar moesten we wel om lachen thuis, want een kloofje in je anus is niet het eerste waar je bij botox aan denkt. Maar botox ontspant je spieren, en dus ook de sluitspier, waardoor de doorbloeding verbetert en de fissuur zou moeten genezen.’
Vezelrijk eten
‘Helaas hielp de operatie niet, evenmin als vezelrijk eten, veel drinken en medicijnen om de ontlasting zacht te houden. De fissuur werd chronisch. De pijn werd erger, de vermoeidheid ook, en daar kwam nog eens gewichtsverlies bij. Ik had het gevoel dat alles wat ik er van boven instopte, er beneden direct weer uitkwam. Zoiets sloopt je.
‘Een stoma was inmiddels een optie, maar dat vond mijn chirurg toch wel erg ingrijpend. Dus werd de fissuur schoongemaakt en opnieuw bekleed met een deel van mijn eigen slijmvlies. Jammer genoeg mislukte dat ook en was ik weer terug bij af. De ellende bleef en de pijn van het naar de wc gaan werd steeds erger.’
Zes ingrepen
‘Op een gegeven moment wilde ik het niet meer. Ik had inmiddels zes ingrepen ondergaan. Ik wilde een kunstmatige uitgang, zodat er een einde kwam aan de pijn. De chirurg was het daarmee eens. Het was een goeie beslissing, dat vind ik nog altijd. De pijn aan de onderkant is voor een groot deel voorbij en ik heb geen toiletstress meer. Overigens heb ik veel te danken aan mijn chirurg, want ze heeft de aanleg perfect gedaan. Ik heb bijvoorbeeld nooit last gehad van lekkage.
‘Natuurlijk heeft een stoma ook nadelen. Ik moet vooral wennen aan het geluid dat ‘Joey’ maakt – zo noemen we hem thuis. Ik ben niet iemand die in het openbaar scheten laat, maar over zo’n stoma heb je geen controle. Dan ben je ergens op visite, en dan doet Joey ineens een duit in het zakje. En dat klinkt meestal behoorlijk hard. Erg vervelend en gênant, maar ik zie er geen oplossing voor.’
Stoma opheffen?
‘Wat ik ook lastig vind, is het time management dat bij een stoma hoort. Vooral ’s ochtends heb ik veel tijd nodig. Ik heb een colostoma en ik ga graag met een schone zak de deur uit. Even snel ontbijten en dan weg, zoals vroeger, dat zit er niet meer in.
‘Toch zou ik niet van mijn stoma af willen. Het is medisch-technisch nog altijd mogelijk om ‘m op te heffen, maar dat wil ik niet, althans voorlopig niet. Daarvoor is de normale stoelgang echt veel te pijnlijk, en ook ben ik bang dat de fissuur weer terugkomt. En stel dat het opheffen mislukt en dat de stoma toch weer opnieuw moet worden aangelegd, dan lukt dat vast niet meer zo mooi als nu.’
Collega’s
‘Ik zit dus aan mijn stoma vast, en dat betekent dat ik er zo goed mogelijk mee moet omgaan. Openheid is dan van groot belang. Ik heb nooit moeilijk gedaan over mijn stoma, dat zit denk ik in me. Maar de vraag is wel: hoe open ben je naar wie? ‘Collega’s zijn wat dat betreft een belangrijke groep. Je kent ze goed, maar het contact is niet met iedereen even persoonlijk. Daarom begrijpen collega’s lang niet alles, terwijl dat wel wenselijk zou zijn om het werken met een stoma zo soepel mogelijk te laten verlopen.’
‘Zelf ben ik 27 jaar in dienst geweest bij de politie. Ik was wijkagent en reed met een mountainbike door de stad, zodat je makkelijk contact legt met burgers. Er waren echter dingen die voor mij lastig waren. Een van die dingen was mijn uniform. Elke agent draagt een kogelwerend vest en een riem waaraan alle zaken zijn bevestigd die je nodig hebt. Je geweldsmiddelen, zoals een wapenstok, je dienstwapen, handboeien en pepper spray, maar ook een portofoon. Dat is bij elkaar een flink gewicht. Dat is niet fijn onder een stoma, zeker niet met dat al even zware kogelwerende vest.’
Arrestant
‘Verder maak je als agent veel onverwachte bewegingen. Wat doe je als je plotseling voorover moet buigen met een vol zakje? Of als je in een schermutseling belandt als een arrestant niet wil meewerken, met al het duw- en trekwerk dat daarbij hoort? Dan wil je niet dat je zakje kapot gaat. Dat was voor mij in elk geval geen optie.
‘Buiten dat zijn er de vermoeidheid en andere klachten die bij mijn ziekte horen. Dat ging niet samen met de fysieke inspanningen, de wisselende diensten en de mentale uitdagingen die het werk als wijkagent vraagt. Helaas, want ik heb het werk altijd met veel plezier gedaan.’
Vitaliteitsproject
Gelukkig leek zich een alternatief aan te dienen, als medewerker bij een vitaliteitsproject om de gezondheid en weerbaarheid van politiemensen te verbeteren. Door mijn ziekte was ik geïnteresseerd geraakt en was ik een aantal opleidingen gaan volgen. Dit werk was perfect voor me. Ik kon er veel in kwijt: vragen over voeding, belastbaarheid, goed voor jezelf zorgen, noem maar op.
‘Ik ging er helemaal voor. De enige die voor mijn toekomst kan zorgen ben ik zelf, dacht ik, en ik ging enthousiast een paar uur per week aan de slag. Maar helaas, het stopte na een tijdje, onder meer omdat ik al bijna vier jaar in een verzuimtraject zat. Per 1 oktober 2020 ben ik ontslagen op medische gronden, en dat deed me veel verdriet.’
Therapiehonden
‘Toch heeft ook deze laatste episode van mijn werk me veel gebracht. Ik ging verder met mijn opleiding tot vitaliteitscoach, die ik binnenkort hoop af te ronden. In aansluiting daarop ben ik bezig met een opleiding voor het begeleiden van therapiehonden.
‘Therapiehonden? Ja, therapiehonden. Niet iedereen weet dat, maar honden worden vaak gebruikt voor therapeutische doeleinden. In de wereld van de politie bijvoorbeeld bij het verhoren van slachtoffers van een zedendelict, vanwege het rustgevende effect. Of bij politiemensen die traumatische ervaringen achter de rug hebben en daardoor PTSS hebben opgelopen. Die honden kunnen je helpen om weer de straat op te gaan.’
Nieuwe fase
‘Ik sta dus voor een nieuwe fase in mijn leven, waarop ik me geestelijk aan het voorbereiden ben. Ik hoop dat werken er op de een of andere manier ooit weer inzit. Als vitaliteitscoach of op een andere manier. Dat hoeft niet in loondienst, het mag ook als zzp’er of vrijwilliger. Maar ik wil graag weer iets doen.
‘Voor nu vul ik mijn rugzak met kennis. Hoe ik daar precies gebruik van ga maken, dat zie ik wel. Het is allemaal nog te wisselend om er iets definitiefs over te zeggen. Dat varieert zelfs in de loop van een dag. ’s Ochtends kan ik de hele wereld aan, ’s middags is het weer helemaal mis. Mijn hoofd is nog niet zo ver als mijn lijf, denk ik dan maar. Dat heeft tijd nodig. En gelukkig ben ik in de gelegenheid om die tijd te nemen.’
Tekst: Bert Bukman, Foto’s: Joris Aben