Rob Veldhuis is planner in de sleepbootsector. ‘Natuurlijk was de diagnose endeldarmkanker een schok, ook al omdat ik me lichamelijk goed voelde. Maar ergens was ik toch ook niet verrast.’

Bewegen is voor mij altijd een belangrijke manier geweest om me te uiten. Ik sport veel: ik speel waterpolo, ik ski, loop hard, fiets, doe aan bootcamp en twee jaar geleden heb ik de alternatieve Elfstedentocht op de Oostenrijkse Weissensee gereden. Dat was behoorlijk afzien, maar het is me gelukt, en van mijn stoma had ik totaal geen last. 

‘Als scholier hield ik al van fysieke uitdagingen, en toen op de middelbare school een voorlichter van het leger een film kwam laten zien over het Korps Mariniers, was ik snel verkocht. Tijgeren, rennen, klimmen, zwemmen, parachutespringen, het leek me allemaal even prachtig. Ondanks grote uitdagingen je lichaam in de hand houden, dat heb ik altijd gewild.’ 

Te saai

‘De selectie voor de mariniers was zwaar, zowel fysiek als mentaal. Je moet niet alleen lichamelijk in een goede conditie zijn, je moet ook onder extreme omstandigheden het hoofd koel kunnen houden en niet in de war raken. Stressbestendigheid, daar komt het op aan. Maar ik slaagde; als een van de weinigen. Van de 120 kandidaten kwamen er maar vier door de keuring. 

‘Jammer genoeg ben ik maar een paar jaar bij de mariniers gebleven. Het was eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, en dat was internationaal gezien een rustige tijd. Je kunt je dat nu niet meer voorstellen, maar er waren eigenlijk nergens in de wereld conflicten waar je als marinier kon worden ingezet. Het werd me eigenlijk een beetje te saai en ik ben gestopt.’

Containerschip

‘Wat nu? Dat was de vraag. Via mijn vader ben ik in de wereld van de scheepvaart beland, eerst als assistent boekhouder en later als eigenaar van een scheepvaartagentschap. Je kunt je voorstellen dat er veel moet worden geregeld als er een groot containerschip of een tanker de haven binnenkomt. Nou, dat regelwerk deed ik dus. Erg leuk om te doen en zakelijk verliep het prima. Ik heb het bedrijf vijf jaar geleden verkocht, maar ik kan niet stilzitten en nu ben ik actief als planner van sleepboten. 

‘In 2003, ik was 42, werd er een tumor in mijn endeldarm ontdekt. Ik had steeds vaker aandrang en dan kwam er eigenlijk niets, soms alleen wat slijm. Ik ben in de jaren ervoor diverse keren bij de huisarts geweest voor een jeukgevoel aan de onderkant en dan kreeg ik weer een zalfje tegen aambeien. Die had mijn vader ook regelmatig, dus het had best gekund, maar dit voelde toch anders. 

‘De stoelgang ging steeds moeizamer, en als er dan wat kwam leek het wel een bevalling, zo pijnlijk was het. Op mijn eigen verzoek werd ik eindelijk doorgestuurd naar de internist. Ik kreeg een endoscopie en het was meteen duidelijk dat er een flinke tumor in mijn endeldarm zat, tegen de kringspier aan. Na diverse bestralingen ging ik onder het mes. Ik wist dat ik een colostoma zou krijgen want de chirurg moest een veilige marge om de tumor heen wegsnijden, en dat kostte me mijn kringspier.’

Klysma

‘Natuurlijk was de diagnose endeldarmkanker een schok, ook al omdat ik me lichamelijk goed voelde. Maar ergens was ik toch ook niet verrast. Als kind had ik regelmatig buikkrampen, zozeer zelfs dat mijn moeder me soms een klysma gaf. Later had ik steken van onderen, alsof er iemand met een mes in me stak. Ik heb dus achteraf het gevoel dat er al die jaren al iets gaande was in mijn lichaam en dat dat op een gegeven moment die tumor werd. Ik heb het aan de internist gevraagd en die zei dat dat zeker kon, dat een tumor soms jaren nodig heeft om tot ontwikkeling te komen.’ 

‘Hoe dan ook, het was zaak dat ik er weer bovenop kwam. Tijdens mijn herstel had ik veel aan mijn opleiding bij de mariniers. Natuurlijk zijn er lichamelijke kanten aan de nasleep van zo’n operatie, maar voor een groot deel is het ook je mindset. Mijn uitgangspunt was: die stoma wordt voor mij geen belemmering om iets te doen. Ik zorg ervoor dat ik hiermee kan omgaan.’ 

Geen uitzaaiingen

‘Ik weet het: ik heb in veel opzichten geluk gehad. Om te beginnen waren er geen uitzaaiingen. Verder heb ik een perfecte stoma, hij is goed aangelegd en ik heb nooit last gehad van complicaties. Maar toch, het is ook hoe je ermee omgaat. Je moet je stoma inpassen in je leven.

‘De eerste jaren na de operatie deed ik het fysiek rustig aan. Dat kwam ook op het persoonlijke vlak mooi uit, ik had jonge kinderen en een eigen bedrijf, ik hoefde me niet te vervelen. Zo kon ik mijn lichaam laten wennen aan de nieuwe situatie. Dat is eigenlijk allemaal op een heel natuurlijke manier gegaan.

‘In de jaren die volgden heb ik het sporten weer langzaam opgebouwd. Een hoogtepunt was de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in 2019, een tocht van tweehonderd kilometer. Ik ben eigenlijk geen schaatser, maar ik wilde de uitdaging aangaan en ben gaan trainen. Oefenen, conditie opbouwen en doorknallen. En het is gelukt. De tocht begon om zeven uur ’s ochtends en je moest binnen twaalf uur finishen, veel sneller dan bij de Friese Elfstedentocht. Om vijf voor zeven ’s avonds passeerde ik de eindstreep. Een schitterende ervaring.’

Spoelen

‘Wat me helpt bij het sporten, maar ook bij andere activiteiten, is spoelen. Dat geeft me een enorme vrijheid. Ik ben er meteen mee begonnen, de eerste week na de operatie heeft de stomaverpleegkundige me al uitgelegd hoe een spoelpomp werkt. Ik doe het om de dag en je bent hooguit een uurtje bezig. Daarna is vrijwel alle ontlasting uit je lichaam. Dat kan er dus niet meer uitkomen; hoeveel zekerheid wil je hebben?

‘Ik draag natuurlijk wel altijd een stomazakje, al zorg ik ervoor dat niemand dat ziet. Ik schaam me niet voor mijn stoma, maar als het niet hoeft, heb ik liever niet dat mensen het zien. Ik pas mijn kleding erop aan, en ik zorg er bijvoorbeeld ook voor dat mijn zwembroeken net over mijn stomazakje vallen, zodat het er niet half uitpuilt. Daar ben ik te ijdel voor.’

Gescheiden

‘Jammer is wel dat mijn huwelijk de aanleg van mijn stoma niet heeft overleefd. Het was mijn tweede huwelijk, onze jongste was net geboren. Na de operatie ga je ervan uit dat je met je vrouw de draad weer oppakt, maar dat is niet gebeurd. We zijn uit elkaar gegroeid en na een paar jaar gescheiden. Een nare ervaring, heel triest. Zij vindt dat ik voor mezelf heb gekozen, ik vind van niet, en daar kwamen we niet uit. ‘Gelukkig doen we het samen wel goed met de kinderen, met wie ik prima contact heb, net als met de kinderen uit mijn eerste huwelijk trouwens, van wie er nu zelf één een gezin heeft, dus ik ben nu opa. Een geweldig gevoel.

‘Inmiddels ben ik al tien jaar getrouwd met mijn derde vrouw. Zij is echt een steunpilaar voor me. Zij accepteert me hoe ik ben: een positieve snuiter met een stoma. Zij heeft ook vier kinderen, dus samen hebben we er acht, en dan ook nog eens vijf kleinkinderen. Het is met z’n allen beregezellig. ‘Al met al ben ik zeer tevreden met mijn leven, ik vind dat het prima gaat zo. Toch heb ik sinds de Weissensee nog wel één grote wens. Toen ik thuiskwam uit Oostenrijk, ben ik meteen lid geworden van de Elfstedenvereniging. Dus als dat er ooit nog eens van komt, dan ben ik graag van de partij.’ 

  • Deel dit bericht via