Maria Romp (60) en Freerk de Boer (63) fietsten met de rolstoelfiets in tien weken van het Groningse Uithuizen naar Santiago de Compostella in Spanje. Onderweg over wonnen ze diverse hindernissen, en ze maakten veel mooie avonturen mee. Nu staan ze veel positiever in het leven.
De vrolijkheid straalt van Freerk af, ondanks de tegenslag die hij heeft gehad. Ontspannen zit hij in een gemakkelijke stoel, voetsteun omhoog, in de hoek tussen twee ramen. ‘Fietsen brengt zoveel positiefs. Je waait letterlijk leeg en maakt de wereld groter.’ Freerk en Maria zijn echte fietsmaatjes. Maria zat een tijdje in een rolstoel, vanwege ernstige beschadigingen in de rug, maar dankzij veel trainen is het haar gelukt te herstellen. Vanaf dat moment zat ze vaak op de fiets. Samen met Freerk maakte ze lange tochten. ‘Fietsen kan altijd en je voelt je gelijk goed na een fietstocht.’
Blaas eruit
De ziekte van Freerk in 2019 was een spaak in het wiel. ‘Ik kreeg van alles tegelijk’, vertelt hij. ‘Een evenwichtsstoornis, geheugenproblemen, verkrampte ledenmaten en longproblemen. Eerst werd gedacht aan sarcoïdose, maar later bleek het de auto-immuunziekte SLE te zijn. Ik heb nog steeds hartritmestoornissen, mis een stuk longinhoud, heb geheugenproblemen, spierreuma en evenwichtsstoornissen.’ Freerk kan nog kleine stukjes lopen met ondersteuning, Verder zit hij in een rolstoel. Vorig jaar kreeg hij er ook nog blaaskanker bij. ‘Het was een goed te behandelen soort, maar mijn blaas moest eruit en ik kreeg een Brickerstoma. Tijdens de operatie ontstond er een grote buikwond en schade aan de darmen, die het nodig maakten om ook, tijdelijk, een ileostoma te plaatsen.’
Behoorlijk zwaar
Omdat Freerk in zijn eentje in Friesland woonde, moest hij naar een verpleeghuis. ‘Dat was verschrikkelijk’, zegt Maria. ‘Toen hij ook nog de hele dag alleen op een kamertje lag in verband met corona heb ik hem opgehaald voor weekendverlof en nooit meer teruggebracht. We wonen nu als goede vrienden samen in mijn huis.’ Kort na de operatie zijn ze weer gaan fietsen. ‘Freerk zit voorin in zijn rolstoel, ik daarachter op de trappers. De fiets heeft trapondersteuning. Dat is wel nodig, want Freerk zit stil in zijn rolstoel voorop. Behoorlijk zwaar. Freerk was heel erg ziek, maar zodra hij een beetje kon zitten zijn we op pad gegaan. Eerst kleine stukken in de buurt. Daarna begonnen we aan het Pieterpad.’
Naar Parijs
Het fietsen smaakte naar meer. ‘We kregen toestemming van het ziekenhuis om richting Parijs te fietsen,’ zegt Freerk. ‘Zolang we maximaal één dag rijden met de auto van het Nederlandse ziekenhuis verwijderd waren, was het goed.’ Na Parijs wilden Freerk en Maria nog even door. Eerst tot Mont Saint-Michel in Normandië en vanaf daar helemaal tot aan de Spaanse grens, onder Biarritz. ‘We waren net op tijd,’ merkt Freerk op. ‘Twee weken nadat we er weg waren is de hele camping afgebrand. Er zijn enorme bosbranden geweest in dat gebied afgelopen zomer.’ Eenmaal bij de Spaanse grens leek het Freerk en Maria een goed idee om nog even rechtsaf te slaan richting Santiago. Dus dat hebben ze gedaan.
Duizenden vogeltjes
De tocht was zwaar, maar fantastisch. Daar zijn Freerk en Maria het over eens. ‘De omgeving verandert steeds van bos naar strand naar bergen,’ zegt Maria. ‘Het ene moment fiets je over een open vlakte en dan weer in een dorpje of langs een boulevard. De weg tussen Parijs en Mont Saint-Michel is prachtig. Je rijdt langs een oude spoorlijn en komt geen mensen tegen. Er vliegen duizenden vogeltjes met je mee. Daarna kwamen we in bebost gebied met heuvels en werden we omhoog gejuicht door de krekels. We hebben gefascineerd bij een kurkboom gestaan en waren heel blij toen we de eerste palmboom zagen. Die kwamen we later natuurlijk overal tegen.’ Overnachten deden Freerk en Maria op campings, in een daktent op een aanhanger. ‘Die hing achter een busje met alle medische hulpmiddelen dat ons de hele reis heeft gevolgd. Dat busje had meerdere bestuurders. Mijn zoon Kees was, samen met zijn puppy, de laatste zes weken mee als begeleider, daarvoor deden vrienden het. Hij reed de bus van camping naar camping. Soms bleven we een paar dagen op dezelfde camping. Dan bracht hij ons ’s ochtends naar het startpunt en haalde ons ’s avonds op.’
Op een offerbankje
Reizen met een stoma ging verrassend goed. ‘In het volgbusje stonden drie kratjes spullen om de stoma te verzorgen,’ vertelt Freerk. ‘In de rugzak voor onderweg namen we mee wat we misschien nodig zouden hebben.’ De dag begon ’s ochtends met een bezoek aan het douchegebouw. Maria bracht Freerk met de rolstoelfiets naar de deur. Vervolgens spoelden ze onder de douche de wond en de stoma en verwisselden de zakjes. ‘Een keer was de douche zo vies, het was bijna niet te doen’, vertelt Maria. ‘Toen kregen we het geld van de overnachting terug van de campingeigenaar.’
Meestal ging het de hele dag goed en was er geen verzorging nodig. Twee keer kreeg Freerk een lekkage. Dat was ’s nachts. ‘Geen probleem. We moesten alleen snel vanuit de tent naar een douchegebouw om de huid schoon te maken en een nieuw zakje te plakken,’ zegt Maria. Een keer begon de lekkage midden in een Spaans dorpje. Freerk en Maria kunnen er achteraf hartelijk om lachen. Maria: ‘Er stond een bankje midden op het plein bij de kerk. Het leek net een altaar. Bij lekkage moet je gelijk gaan schoonmaken, een nieuw zakje plakken en de wond ernaast verzorgen anders verbrandt de huid. Freerk moest op het offerbankje gaan liggen. Daar kon ik met hem aan de slag.’ Freerk vond het geen probleem. ‘Gelukkig zijn die Spaanse dorpjes nooit druk midden op de dag,’ lacht hij. ‘Thuis heb ik vaker lekkage. Misschien was het juist omdat we op reis waren dat het zo goed ging.’
Een engeltje om te helpen
De tocht was zwaar en het zat niet altijd mee. Tien weken zijn Freerk en Maria op pad geweest. ‘We fietsten vijftig tot tachtig kilometer per dag,’ vertelt Freerk. ‘Het was op een gegeven moment heel warm, soms boven de 40 graden. Dan vertrokken we heel vroeg. Zo tussen half vijf en vijf uur zaten we op de fiets en we stopten als het te warm werd.’ Onderweg kwamen Freerk en Maria veel leuke mensen tegen. ‘Ze zeggen dat als je het moeilijk hebt tijdens de pelgrimstocht, er een engeltje komt om je te helpen. Dat was ook zo. We waren een keer hartstikke verdwaald in een verlaten gebied. Opeens kwam er een auto langsrijden. De bestuurder, die ons heeft geholpen, kwam daar normaal nooit, maar nam precies die ochtend eens een andere route. Een andere keer stonden we vast op een bergpad. We konden niet meer voor- of achteruit. Plotseling fietste daar een Italiaanse jongen die ons, met de rolstoelfiets, naar beneden heeft gebracht.’
Verschrikkelijke hoofdpijn
Zo’n 200 kilometer voor Santiago kwamen er problemen. Het werd zwaarder en moeilijker. Slechts 47 kilometer voor de finish ging het echt helemaal mis. ‘Ik kreeg ’s nachts verschrikkelijke hoofdpijn,’ vertelt Maria. ‘Normaal neem ik dan paracetamol, maar dat hielp niet. Sterker nog, het werd erger en erger. In het ziekenhuis dachten ze dat het uitputting en uitdroging was. Ik had onderweg gewoon te weinig gegeten en gedronken. Het zou na vijf dagen over moeten zijn, maar helaas was dat niet het geval.’ Freerk kreeg ondertussen een longontsteking. ‘Toch moesten en zouden we Santiago halen’, zegt hij. ‘We waren zo dichtbij. We zaten in een hotel van waaruit we Santiago zagen liggen. We zijn gewoon maar vijf kilometer per dag gaan fietsen. En we hebben het gehaald.’ De aankomst moest het mooiste moment van de reis zijn, maar dat viel tegen. ‘Het was een enorme chaos in Santiago,’ verzucht Maria. ‘We waren overprikkeld, er was net een demonstratie en er stonden lange rijen om het officiële pelgrimscertificaat op te halen. Gelukkig waren er Nederlandse vrijwilligers die ons hebben geholpen.’
Goed leven
De tocht heeft veel betekend voor Freerk. ‘Ik was vergeetachtig en down. Dat ben ik nu helemaal niet meer. Ik sta ’s ochtends vrolijk op. Het is net alsof ik helemaal ben doorgewaaid. Je wordt geprikkeld, voelt veel meer. Je zit open en bloot in weer en wind. Binnenshuis was ik aan het afstompen. We hebben de wereld een beetje groter gemaakt. Tot aan Santiago.’ Freerk heeft ook besloten zijn tijdelijke darm stoma te houden. ‘Om ervan af te komen zou ik een risicovolle operatie moeten ondergaan. Dat wil ik niet meer. Ik heb gemerkt dat er goed te leven is met een stoma. Het geeft natuurlijk wel een beperking, maar dat went wel.’ Freerk en Maria hebben alweer nieuwe fietsplannen. ‘We zoeken de grens op,’ lacht Freerk. ‘We gaan langs de grenzen van Nederland fietsen, in totaal 1800 kilometer. Daarna willen we ook nog alle provinciegrenzen doen.’
Stichting Onbeperkt op de Fiets
Freerk en Maria ondernamen de tocht om geld in te zamelen voor hun stichting Onbeperkt op de Fiets (www.onbeperktopdefiets.nl). Met die stichting willen ze ervoor zorgen dat meer mensen met een handicap kunnen genieten van het fietsen. Dat kan met een tandem of duo-fiets of rolstoelfiets. ‘In de omgeving van Groningen, waar wij wonen, konden we nergens zo’n fiets krijgen,’ zegt Maria. ‘Ik zag hoe Freerk opknapte van het fietsen. Dat gun ik iedereen. Mensen moeten zich niet laten beperken. Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een stoma kan je een avontuur beleven.’