Tip 1: Zorg dat je voldoende drinkt
Het is belangrijk om 2 tot 2,5 liter per dag te drinken. Dit komt overeen met 16 tot 20 kopjes per dag. Alle vloeibare producten tellen mee, ook soep, yoghurt en vla. Aan het einde van de dag kun je zelf nagaan of je voldoende vocht hebt gebruikt. Tip: gebruik een waterkan, zodat je kunt meten hoeveel je al gedronken hebt. Wanneer je weinig plast, jouw urine donker van kleur is of sterk ruikt, kan dit een teken zijn dat je te weinig hebt gedronken. Andere tekenen zijn: dorst, sufheid, vermoeidheid en verminderde eetlust. Let op: drink kleine slokjes, liefst nippend en goed gespreid over de dag.
Tip 2: Let op vochtverlies
In sommige situaties kun je veel vocht verliezen. Dit gebeurt onder andere bij diarree, braken, hevige transpiratie, koorts en warm weer. Maar ook bij het sporten verlies je meer vocht dan normaal. Het aanvullen van vocht en zout kan dan nodig zijn. Overleg hierover met de diëtist of stomaverpleegkundige.
Tip 3: Ga verstandig om met zout
Mensen met een ileostoma krijgen soms het advies extra zout te gebruiken. Doordat de dikke darm ontbreekt, verlies je veel zout en vocht met de ontlasting. Zoutgebrek kan leiden tot bijvoorbeeld: dorst, droge slijmvliezen/droge mond, droge huid, verminderde eetlust, sufheid/lusteloosheid, rusteloosheid, verwardheid, spierkramp en snel gewichtsverlies. Ga op een verstandige manier met zout om. Bespreek je voeding met de diëtist en vraag om passende adviezen over jouw zoutgebruik.
Tip 4: Kauw je eten goed
Eet rustig, kauw het eten goed en geniet van je eten. Sommige voedingsmiddelen zijn draderig of verteren niet zo gemakkelijk. Zij kunnen tot verstopping van de stoma leiden als ze niet goed fijngesneden en goed gekauwd zijn. Bijvoorbeeld:
- Grove tarwezemelen, popcorn, zaden, noten en pitten.
- Taai en draderig vlees, worstvellen of vis met graten.
- Groente met harde nerven, rauwkost, vezelige draderige groenten zoals: asperges, bleekselderij, schorseneren, zuurkool, taugé, draderige sperziebonen en snijbonen, peulvruchten, doperwten, maïs, rabarber, paddenstoelen en champignons.
- Fruit met pit en schil, partjes citrusfruit, ananas, bessen, druiven, kiwi, kokosproducten, gedroogde vijgen, rozijnen, dadels en pruimen.
Tip 5: Eet regelmatig kleine maaltijden
Als je het eten en drinken goed verspreidt over de dag, zal de ontlasting beter indikken. Het eten van 4 of 5 kleine maaltijden (met drinken) is beter dan 1 grote en een paar kleine maaltijden. Eet niet te veel voordat je gaat slapen. Dan kun je ’s nachts last krijgen van de producerende stoma.
Tip 6: Te hoge stomaproductie in de nacht?
- Eet extra ‘droge’ zetmeelhoudende producten voor het slapen gaan, zoals brood of crackers. Hou wel je gewicht in de gaten.
- Probeer minder te eten voordat je gaat slapen.
- Eet de warme maaltijd eerder op de dag, bijvoorbeeld tijdens de lunch.
Tip 7: Let op te dunne ontlasting
De ontlasting is meestal brijig tot dun als je een ileostoma hebt. Om de ontlasting niet te dun te laten worden, kan het helpen om extra zetmeelrijke producten te eten, zoals beschuit, biscuit, cracker, aardappels, pasta of rijst. Lees hier ook tips wat je kunt doen bij een high output.