Wel of geen neoblaas?
Niet iedereen komt in aanmerking voor een neoblaas. Er moet nog een groot deel van de dunne darm aanwezig zijn. Mensen die al vanaf hun jeugd een urinestoma (Brickerstoma) hebben of op latere leeftijd incontinent zijn geworden, komen wel in aanmerking. Daarnaast wordt nog gekeken naar andere persoonlijke kenmerken, zoals een goede handfunctie en de mogelijkheid om te katheteriseren. De uroloog bespreekt samen met jou wat de mogelijkheden zijn.
Verschil met eigen blaas
De nieuwe blaas is gemaakt van dunne darm. Deze werkt anders dan een blaas. De darm die voor de neoblaas wordt gebruikt, maakt een knijpende beweging. Dit kan een hoge druk veroorzaken. De neoblaas wordt op zo’n manier gemaakt dat je geen last hebt van drukverhoging. Nog een verschil: jouw eigen blaas sloeg alleen urine op. De van darm gemaakte neoblaas neemt naast urine ook afvalstoffen op. Dit betekent dat jouw nieren harder moeten werken om alles te verwijderen.
Wat ook anders is: met een neoblaas zitten er sliertjes darmslijm in de urine. De darm maakt darmslijm aan, ook als een stukje darm nu een blaas is geworden. Om te voorkomen dat katheters verstopt raken door het darmslijm, wordt de nieuwe blaas in het begin om de 2 tot 3 uur gespoeld. Na verloop van tijd verandert de samenstelling van het darmslijm in draadvormige sliertjes die gewoon uitgeplast kunnen worden. De sliertjes blijven altijd aanwezig. De blaas trekt bij het plassen samen. Dit doet de neoblaas echter niet. Om te kunnen plassen, moet je de sluitspier ontspannen.