Een stoma heeft geen kringspier (zoals de anus). Hierdoor kan er op elk moment ontlasting uit de stoma naar buiten komen. De ontlasting wordt opgevangen in een zakje op je huid.
Waarom een colostoma?
Je krijgt een colostoma wanneer de dikke darm geheel of gedeeltelijk is weggehaald en er geen nieuwe verbinding met de anus of overgebleven darm gemaakt kan worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld na darm- of endeldarmkanker, na een chronische darmontsteking of vanwege een niet-functionerende darm, vanwege bijvoorbeeld incontinentie of neurologische aandoeningen. Soms wordt een stoma tijdelijk aangelegd, om de darm de kans te geven te herstellen.
Plek van de colostoma
Een colostoma kan op verschillende delen van de dikke darm worden aangelegd: hoog of laag op de darm. Ligt een stoma laag op de dikke darm – als alleen de endeldarm is weggenomen – dan blijft de ontlasting nog altijd vrij dik. Hoe groter het stuk darm is dat is weggehaald, hoe dunner de ontlasting naar buiten komt.