In principe kun je alles eten als je een colostoma hebt. Let op dat je voldoende plast en dat je ontlasting niet te hard is.
Tip 1: Zorg dat je voldoende drinkt
Het is belangrijk om 1,5 tot 2 liter per dag te drinken. Dit komt overeen met 12 tot 16 kopjes per dag. Alle vloeibare producten tellen mee, ook soep, yoghurt en vla. Aan het einde van de dag kun je zelf nagaan of je voldoende vocht hebt gebruikt. Tip: gebruik een waterkan, zodat je kunt meten hoeveel je al gedronken hebt. Wanneer je weinig plast en jouw urine donker van kleur is of sterk ruikt, kan dit een teken zijn dat je te weinig hebt gedronken. Andere tekenen zijn: dorst, sufheid, vermoeidheid, harde ontlasting en verminderde eetlust.
Tip 2: Eet voldoende vezels
Voedingsvezels zijn belangrijk omdat ze ervoor zorgen dat de ontlasting een goede vastigheid krijgt en om de ontlasting dun en soepel te houden. Voedingsvezels komen voor in plantaardige producten zoals volkorenbrood, roggebrood, fruit, groente, rauwkost, aardappelen, peulvruchten en zilvervliesrijst. Mensen met een colostoma kunnen verstopping krijgen. Als je ontlasting regelmatig hard is en moeizaam in het zakje gaat, is het verstandig om meer vezels aan je voeding toe te voegen en meer te drinken.